Natuurlijk Sterven.
5 november 2016 was een welbezochte ochtend.Er was zelf een bezoekster uit Zuid Afrika in het gehoor. Ik deelde uit mijn ervaringen als huisarts in Schotland, waar euthanasie en palliatieve sedatie niet mogelijk is. Toch lukte het altijd mensen zo te begeleiden dat ze in rust en vrede konden heengaan. Morfine en midazolam werd zeker wel gebruikt in kleine hoeveelheden. Deze medicatie demt je gewaarwordingen, je gaat naast de pijn staan en voelt het niet zo intensief. Het is ook mogelijk met antroposofische geneeskunde juist de autonomie en helderheid van een patiënt te ondersteunen, zodat deze bewust de drempel overgaat. Een mooi medicament werd beschreven. Myrrhe comp: een antroposofisch medicijn gemaakt van de drie koning gaven, wierook, goud en mirre. Dit helpt om een gezonde verbinding met het lichaam te stimuleren waardoor beter losgelaten kan worden in het stervensproces. Met dit middel heb ik een bijzondere verbinding om twee redenen. Het is gecreëerd door Karl Konig, de grondlegger van de Camphill Beweging en ik heb jaren in zijn vroeger huis gewoond, omringd door alle boeken die hij verzamelde. En ik zelf op Drie Koningen geboren. De aanwezige verpleegkundige beschreef de verschillende ondersteunende applicatie, inwrijvingen en massages die voorzichtig gebruikt kunnen worden in dit laatste proces. Het is mogelijk om ondersteuning in deze levensfase te krijgen. Ik kan mensen ook thuis bezoeken, als de afstand redelijk is. Lezing Natuurlijk sterven, sterven als overgang Zaterdag ochtend 5 november 10.30 2016 in de Veste Straat 45 te Leiden. Sterven is een heel persoonlijk intiem gebeuren, wat ons allemaal te wachten staat. In onze gedachten over sterven heerst vaak vooral angst. We zijn bang voor pijn, verlies van waardigheid en controle. Wat als sterven ook een machtig groots gebeuren is, waar we veel aan kunnen beleven? In ons huidig medisch denken is het antwoord op het stervensproces morfine en dormicum, twee middelen die het bewustzijn verlagen zodat we in een droom- en slaaptoestand komen waarbij we een ‘zachte’ dood hebben. Kan dit anders? Kunnen we vol bij bewustzijn sterven? Als antroposofisch arts wil ik hierover in gesprek komen en ervaringen delen over de steun die de antroposofische benadering hierbij kan bieden. Hier volgt een artikel die een reguliere huisarts schreef over natuurlijk sterven, het was gepubliceerd in arts en auto. Alternatief Daniëlle van Oostendorp, huisarts in een dorpje tussen Hoorn en Alkmaar, had weinig op met alternatieve geneeskunde. Het sterfproces van een patiënt leerde haar echter dat de wereld van klankschalen, zilverinjecties, koperzalf en druppeltjes ook een andere kant heeft. Tekst: Daniëlle van Oostendorp | Beeld Marcel Leuning “Alternatieve geneeskunde is, zeg maar, niet echt mijn ding. Bij verhalen van patiënten over onderzoeken met staafjes of de baat die ze hadden van homeopathische druppeltjes, zeg ik meestal dan ook maar direct: ‘Sorry hoor, daar heb ik niet voor gestudeerd.’ Afgelopen jaar echter was ik betrokken bij het ziekbed van mevrouw D. van begin 60. Zes jaar geleden werd bij haar borstkanker geconstateerd. Na een borstamputatie besloot zij geen verdere behandeling meer te willen. Jarenlang zag ik haar regelmatig op de fiets voorbijkomen. Een enkele keer zag ik haar op het spreekuur. Vorig jaar vertelde ze me dat op de plek van het litteken wonden zaten, misschien al wel een jaar, en ze werd ook meer kortademig op de fiets. Bij onderzoek zag ik open wonden, een vurige huid en ik voelde knobbels. Ik hoorde verminderd ademgeruis links. De diagnose leek duidelijk. Ook nu zei patiënt dat ze op haar eigen manier met de ziekte om wilde gaan. Dit ziekbed heeft zo veel indruk op me gemaakt.In de maanden die volgden, wipte ik regelmatig langs. Ik zag dan zeker tien flesjes op tafel staan met op het etiket geschreven hoeveel druppels hoe vaak per dag. Ik hoorde dan dat ze massages en pakkingen kreeg van een antroposofisch geschoolde verpleegkundige. Twee keer daags kreeg ze een injectie met zilver ingespoten en haar voeten werden met koperzalf gemasseerd (of was het net andersom?). In de weekends speelde een violiste voor haar, kwam er iemand met klankschalen of werd ze voorgelezen. Haar man, een rasechte Westfries, verzorgde haar liefdevol, maar het werd steeds zwaarder voor hem. Het opstellen van een rooster met buren/familie maakte dat hij er toch af en toe even uit kon. Op een woensdag zei hij dat het hem echt niet meer lukte: hij was gauw emotioneel en zó moe. Samen met zijn vrouw besloten we dat ik voor de volgende dag een plek in het hospice zou regelen. In die nacht, van woensdag op donderdag, overleed ze: gewoon met een laatste zucht in haar slaap en thuis. Bij mijn bezoekjes tijdens het ziekbed heb ik niet veel ‘medisch’ hoeven doen. Drie keer verwees ik haar in verband met heftige kortademigheid voor het plakken van een pneu. Maar verder? Zij had geen pijnstilling nodig, niets tegen misselijkheid, geen prednison. Niet omdat ze dat niet wilde, maar ze ervóer gewoon geen (pijn)klachten, ondanks grote wonden, ondanks een toenemend opgezette buik, ondanks oedemen. We praatten wat over hoe haar leven was verlopen, hoe dankbaar ze was, hoe ze had genoten van de muziek. Daarna dronk ik dan meestal nog even een kop thee met haar man aan de keukentafel. Dit ziekbed heeft zó veel indruk op me ge-maakt. Deze vrouw straalde rust en vertrouwen uit en zij stierf op natuurlijke wijze op een door haar zélf uitgekozen tijdstip. Het heeft me doen afvragen:geven wij met onze medische bemoeienissen wel altijd de beste zorg in die laatste fase? Iedere medisch professional heeft wel een patiënt (gehad) die hij of zij nooit vergeet. Omdat de omstandigheden bijzonder waren, het behandeltraject aangrijpend, of juist omdat zich iets grappigs voordeed in het contact. In deze reeks vertellen collega’s over de meest memorabele momenten in hun werk. Dit is is een toelichting op het artikel ‘Onvergetelijk’ van Daniëlle van Oostendorp uit het tijdschrift ‘Arts en auto’, geschreven door de behandelend verpleegkundige .
Dit artikel verduidelijkt welke ondersteuning nodig is bij natuurlijk sterven. Het was september 2013. Mevrouw D, uit dit stukje, was net thuis uit het ziekenhuis, en zij wilde thuis sterven. Zonder morfine en slaapmedicatie. Ze voelde zich extreem vermoeid, sliep slecht en had last van gewichtsverlies. Ik, medewerker van de thuiszorg, startte met 2x per week inwrijvingen met lavendelolie, en na 2 behandelingen was er al verbetering en ik ging nog even door op deze manier. Mevrouw D waardeerde de inwrijvingen. Op een gegeven moment kreeg ze meer pijn aan de vurige plekken en bobbels op het borstgebied. We startten met het zacht inkloppen van mercurialiszalf, die goed leek te helpen. Ook het longgebied werd pijnlijk en daarom werd het dagelijks inwrijven met plantago bronchiaal balsem afgewisseld met Stannum zalf. Ik kwam inmiddels 3x per week en op de dagen dat ik niet kon, verzorgde haar man haar. Mevrouw D bleef mobiel en vond het heerlijk om weg te gaan samen met haar man. We kregen veel steun van de consultatief antroposofisch arts, die schreef bijvoorbeeld de medicatie voor als er zich weer een verandering aandiende en we konden al onze de vragen aan die arts stellen. Haar man verzorgde haar op de dagen dat ik niet kon, en hij deed dus ook de voetinwrijving. Die was volgens zijn vrouw te stevig. Ik besloot de voetinwrijving ook aan hem te geven, zodat hij het zelf kon ervaren. Daar reageerde hij heel goed op: hij vond het heerlijk en het gaf hem rust. Nu wist hij meteen hoe hij het bij zijn vrouw moest doen en zelf ontving hij de voetinwrijving voortaan 2x per week van mij. Om hem ook te ondersteunen in het proces van sterven van zijn vrouw. We spraken af dat mevrouw D me mocht bellen als er iets was, zodat ik daar een oplossing voor kon bedenken, en dat stelde haar gerust. Ze belde eens met de klacht dat “ze zo’n band voelde net onder haar borst gebied”. Ik adviseerde haar toen om de wol zijde doek hier strak omheen te doen. Een uur later kreeg ik een sms: het is over. Haar behandeling werd voorgezet met uiteraard een kamillekompres op de buik met een wol zijde wikkel rondom. Ze kreeg dagelijks warme kruiken en haar voeten werden behandeld met koperzalf. Het was fijn dat ik mijn collega kon inzetten op de dagen dat ik er niet was. We werkten goed samen, met veel onderling overleg. Mevrouw D ’s lever begon op te zetten en dat was pijnlijk. Ze keeg nu drie maal per week een heet duizendbladcompres waardoor de pijn afnam. Ze lag nu vaker op bed en vond het fijn om het contact met haar familie te vernieuwen en vroeg ook vrienden op bezoek. Dit leidde tot bijzondere gesprekken waardoor oud zeer werd opgeruimd. Ter voorkoming van drukplekken gebruikten we lotio pruni cum cupro en voor het oor waar ze steeds op lag een pluk uitgeplozen schapenwol. Het was een verrassing dat het zo goed hielp. De darmen begonnen trager te werken en ze had al vijf dagen geen ontlasting gehad. Een klysma met warme melk, honing en olijfolie zorgde dat het weer op gang kwam. We gebruikten hiervoor een grote injectie spuit van 60 ml en een vrouwen katheter, zodat we het toch konden uitvoeren. Er was altijd wel iets wat we bij pijn konden doen, bijvoorbeeld: bij oedeem in arm en been gingen we dagelijks inwrijven met Quercuszalf, voor mondspoeling gebruikten we Calendula essence. Op een gegeven moment kwam er ook thuiszorg om het wassen en aankleden over te nemen. En later ook nacht zorg, waar ik dan een lijstje voor had gemaakt wat ze konden doen als Mevrouw D bijvoorbeeld angstig was of benauwd. Wat ze dan konden gebruiken en het werd opgepakt. Mevrouw D heeft enorm hard gewerkt. Ze heeft me verteld dat ze veel steun ontving van haar man en kinderen. Ook heeft ze veel gehad aan de concentratie oefeningen en haar besef dat ze dit allemaal deed voor het leven hierna, zo zag zij dit.Tot het laatst hield ze de regie, en ze is overgegaan zoals ze wilde, zonder morfine en dormicum (dit zijn respectievelijk een pijnstiller en slaapmiddel, ). Ze overleed in maart 2014. Mevrouw D heeft me gevraagd om haar proces met anderen te delen. Zodat bekend zou worden dat mensen die gaan sterven, ook kunnen kiezen voor de antroposofische begeleiding, als dat beter bij hun levensovertuiging past. |
|
Deze lezing werd nogmaals gehouden worden op Zaterdagochtend 5 maart 2016 in de Vestestraat 45 in Leiden in het gebouw van de Christengemeenschap en werd bezocht door een groep van 14 mensen.
Het jaar ervoor had ik gesproken over gezichtspunten omtrent orgaandonatie. De discussie na deze lezing was boeiend. Een van de deelnemers merkte op dat ze zich haar leeftijd voelt, maar zich ook tijdloos voelt. Een oudere deelneemster vond de nadruk op het jong blijven benauwend, en kon weer ontspannen toen we het hadden over het eeuwigheidskarakter van ons innerlijk wezen en hoe we verbonden zijn met de hemelkrachten op aarde. Een andere oudere deelnemer merkte op dat ik niet veel sprak over de krachten in technologie en maatschappij die het moeilijk maken voor ouderen om hun plaats te blijven houden in de maatschappij. De conclusie van deze lezing was dat het zogenaamde 'jong blijven' samen hangt met de 'tweede mens' in ons die in kracht en helderheid kan groeien, als we bewust zijn van ons niet lichaam- gebonden ervaringen, liefde en opstandingskrachten. Het is boeiend om te weten dat onze hersenen kleiner worden als we ouder worden. Maar de sterke scheiding tussen linker hersenhelft(het analytische deel) en rechterhersen helft( het meer creatieve contemplatieve deel) wordt minder waardoor de ouder wordende mens een meer holistische benadering (vroeger zouden ze zeggen wijsheid) kan hebben en zijn hele hersenen meer kan gebruiken. Een lezing geven is altijd stimulerend en ik leer zelf het meeste. Ik sta altijd open voor nieuwe vragen naar een lezing. Op 3 november 2015 gaf ik een lezing over dit onderwerp in Leiden. De focus lag op de groeimogelijkheden in de laatste levensfase. Ondanks de fysieke beperkingen ervaren mensen die ouder worden vaak een innerlijke frisheid. In deze lezing liet ik het licht schijnen op dit verjongende aspect dat in ons leeft en gestimuleerd kan worden en hoe het een hulp kan zijn bij de overgangsfase na de dood. In deze lezing werkte ik met de werkhypothese dat de mens een individualiteit heeft die zich ontwikkelt in verschillende aarde levens. Twee gezichtspunten bracht ik die vrij ongewoon zijn: - Het eerste dat het zich moe voelen en bewust zijn van de pijntjes en kwalen in het lichaam de oudere mens helpt om wijsheid op te doen om in het volgend leven een gezond lichaam op te bouwen. - Het tweede is een persoon met dementie al ten dele een kosmisch, niet aards persoon.Hierdoor kan de persoon met dementie een brug vormen tussen de spirituele wereld en de aardse wereld en ons helpen toegang te houden tot idealen. Er was een boeiende discussie over de plaats van voltooid leven in dit verhaal. In deze tijd van autonomie en ik bewustzijn nemen we vrije beslissingen, maar het werd duidelijk dat een zelf gekozen dood invloed kan hebben op de reis en ervaringen in het leven na de dood. |