Mijn werk als huisarts is boeiend. Al die verschilferend mensen, achtergronden en levensfasen. Ik voel me bevoorrecht iedereen te mogen ontmoeten. Privacy is uiterst belangrijk, en ik zal ook nooit verhalen vertellen of schrijven over mijn patiënten, tenzij met uitdrukkelijke toestemming. Een aspect waar veel oudere patiënten mee komen is, Dokter doen jullie Euthanasie.? De vraag wordt gesteld door mensen die nog in het leven staan, maar zich voorstellen dat hun einde in de toekomst komt. Wat zit achter die vraag? Het is onzekerheid en angst en de wens om de regie te houden. Angst om pijn te lijden zoals je moeder toen ze stierf, angst om in het verpleeghuis te komen en afhankelijk te worden zoals Ome Klaas . Mijn antwoord is altijd. We zullen goed voor u zorgen, pijnstilling en medicatie geven en palliatieve sedatie, maar euthanasie doen we niet in deze praktijk. Het moment van het sterven is het mooiste , meest heldere en liefdevolle moment in ons leven. Die vreugde van het overgaan van de stervende kunnen we vaak beleven, er verschijnt een vredige lach, de ogen gaan nog open, er is een bijzondere stemming om de stervende, De medicatie die bij euthanasie gegeven wordt maakt het moeilijk dit zo te beleven. En de realiteit dat de meeste mensen natuurlijk sterven, 4% van alle sterfgevallen in Nederland zijn door euthanasie. Hier onder een deel van de website Natuurlijk sterven Het ‘gewone’ sterven De meeste Nederlanders die als gevolg van een (langdurende) ziekte overlijden, overlijden op een ‘gewone’ manier. Hoe ziet dat gewone, natuurlijke sterven eruit? Door de aandacht die de media aan euthanasie besteden, ontstaan er misverstanden over de laatste levensfase. Alsof ieder sterven gepaard gaat met ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Dat is niet het geval. Het gros van de sterfbedden verloopt rustig. Ook lijkt het alsof er gekozen moét worden voor het ingrijpen van een arts. Ook dat is niet waar. Een overgrote meerderheid van de sterfbedden in Nederland (96%) eindigt zonder euthanasie. Er wordt weinig aandacht geschonken aan het ‘gewone’ sterfbed. Dat is jammer, want het gewone sterven is daardoor iets onbekends geworden. Zodra we met een sterfbed te maken krijgen, weten we over het algemeen nauwelijks wat er gebeurt of wat we moeten verwachten. Onbekendheid daarmee leidt bijna per definitie tot angstige gedachten, zowel bij de stervende als bij de naasten. Wat er bij een gewoon sterfbed precies gebeurt valt niet te voorspellen, maar er kan wel een algemeen beeld gegeven worden van de laatste levensdagen: 1. De behoefte aan eten en drinken neemt af naarmate het sterven moment dichterbij komt. Het lichaam heeft dat simpelweg steeds minder nodig. Tip: dring niet aan. Bedenk dat mensen niet of nauwelijks eten en drinken omdat ze stervende zijn, en niet andersom: dat ze stervende zijn omdát ze nauwelijks eten en drinken. Mensen vinden het vaak nog wel prettig als iemand de lippen af en toe nat maakt met wat water of ijs. 2. De lichamelijke toestand en het uithoudingsvermogen gaan naarmate de tijd vordert steeds verder achteruit. De zieke komt niet meer uit bed. De bloedsomloop wordt trager en beperkter; hierdoor voelen de uiterste punten van het lichaam, zoals de handen, voeten en neus, steeds kouder aan. In het algemeen wordt de huid vaak grauwer en bleker, en komen er paarsblauwe vlekken, onder meer op de onderbenen. 3. Er kan een periode van onrust en verwardheid zijn als gevolg van bijvoorbeeld uitdroging of medicatie; de zieke ziet dingen die er in feite niet zijn (‘hallucinatie’) of hij kan onrustig gaan plukken aan de lakens. Ook kunnen stervenden zogenaamde levenseinde-ervaringen hebben waarbij zij visioenen hebben van overleden dierbaren. Deze ervaringen zijn in tegenstelling tot hallucinaties geruststellend en troostrijk. Over deze ervaringen leest u meer in het boek ‘In het licht van sterven, ervaringen op de grens van leven en dood’ van Ineke Koedam. Tip: blijf nabij. ‘Er zijn’ hoeft niet te betekenen dat er iets gedáán moet worden. In rust aanwezig zijn is vaak waardevoller dan redderen en schipperen. 4. De organen laten het één voor één afweten. Dat proces kan heel kort duren, maar ook een aantal dagen. Vragen over hoe lang het sterven zal duren zijn daarom vrijwel niet te beantwoorden. 5. Het gehoor en zicht worden slechter. Toch kunnen veel stervenden nog heel lang horen dat er iets tegen hen gezegd wordt. Zij kunnen echter steeds moeilijker iets terugzeggen. Zij reageren dan bij voorbeeld met een kleine handbeweging of een beweging in het gezicht. Tip: wees voorzichtig met de onderwerpen die je in de nabijheid van de stervende bespreekt. Ga ervan uit dat de stervende jou hoort. Spreek hem ook gerust (zachtjes) toe. 6. De reuk kan nog lange tijd goed functioneren. Tip: wees als naaste (of als bezoek) terughoudend met zware parfums. Ook de geur van bloemen kan voor stervenden soms te zwaar zijn. De ademhaling verandert. Deze wordt oppervlakkiger en onregelmatiger. De ademhaling kan soms volledig stil lijken te vallen. De tijd tussen de ene en de volgende ademteug wordt steeds langer. Het bewustzijn daalt, de zieke valt mogelijk in een diepe slaap of coma. Door de hoorbare, reutelende ademhaling kunnen naasten denken dat de stervende een verbeten gevecht voert. De kans is echter groot dat er bij de stervende innerlijke rust heerst. 7. Uiteindelijk stoppen alle lichaamsfuncties: de ademhaling komt tot stilstand, het hart houdt op met kloppen, het bloed stroomt niet langer. De dood is ingetreden. Rembrandt van Rijn Isaac zegent de zonen
0 Comments
Leave a Reply. |
AuteurSchrijf iets over jezelf. Het hoeft niet heel uitgebreid te zijn, een overzicht is genoeg. Archieven
November 2022
Categorieën |